Oliemaatschappij jaagt indianen het bos uit

Het rijkste regenwoud op aarde

Een keten reservaten beschermt de rijkste natuur op aarde: het Amazonewoud in zuid-west Peru. De een na de ander heeft de hoogste status: nationaal park, internationaal erkend: Madidi, Bahuaja Sonene, Manu, Alto Purus. Er is een uitzondering. In het Reserva Comunal Amarakaeri zwierven een generatie geleden nog ongecontacteerde, kannibalistische indianen rond (lees Tobias Schneebaum: ‘Keep the river on your right’). Langzaam maar zeker hebben die zich langs de grote rivieren gevestigd, dichter bij de materiële welvaart die de missionarissen en hun navolgers brachten. Toen hun stamgebied in 2001 reservaat werd, was hun dagelijks leven al te hecht met de westerse levensstijl vergroeid om het te kunnen uitroepen tot nationaal natuurreservaat met daarin nog wat mystieke wilden. Dat kon wel met het nabije en beroemde Manupark, waarin nog steeds groepen geïsoleerde indianen leven. Maar de status Reserva Comunal garandeerde dezelfde bescherming van de natuur en er werd tegelijkertijd recht gedaan aan de Harakmbut-stam zelf.

De werkelijkheid is helaas anders. Hunt Oil wil er gaan boren. In hun eigen milieu-effectrapportage staat een illustratief kaartje van de keten van reservaten. Je ziet daarop een van die reservaten praktisch volledig rood-gearceerd: het Reserva Comunal Amarakaeri. Achter zijn tekentafel moet een cynische oliedeskundige bedacht hebben: van die indianen hoeven we ons weinig aan te trekken.

Ongecontacteerde indianen

Waren de Harakmbut maar wat minder agressief geweest, zoals de Ese‘ Eja. Dan was hun reservaat nu net als het park Bahuaja Sonene wél een nationaal park! Of waren ze maar wat agressiever geweest, zoals de Nahua-indianen. Dan was hun reservaat nu net als het Manupark eveneens wél een nationaal park. Dan zouden onze oliemaatschappijen er dankzij onze krachtige westerse publieke opinie niet eens over peinzen om daar te gaan boren. Nou ja, eentje probeerde het een paar jaar geleden toch nog via een handige omweg: door de grenzen van het nationale park Bahuaja Sonene veranderd te krijgen. Over cynisme gesproken! Het hoofd natuurreservaten deed toen wat in Peru nooit eerder vertoond was: hij weigerde daar zijn handtekening onder te zetten. Maar President Alan Garcia stond pal achter elke oliebaron, dus dat kostte die brave natuurbaas zijn baan. Maar hij bereikte er wel mee dat dat oliefeestje toen niet doorging.

Onder de nieuwe president Humala zal alles voor de oerwoudindianen beter gaan. Zei hij zelf een paar maanden geleden nog in zijn campagne. Lukt hem dat? Een olieconsortium van Petroperu en Hunt Oil probeert de gaswinning van het nabije enorme Camiseagasproject (ooit ontdekt door Shell, maar die werden er wegens te weinig smeergeld weggepest) uit te breiden in primair regenwoud. Gerenommeerde Peruaanse antropologen verklaarden zomer 2011 in hun overheidsrapport dat daar helaas praktisch zeker nog ongecontacteerde indianen leven. Dezelfde overheid, maar een ander ministerie, concludeerde dat er dus geen contact is gemaakt met ongecontacteerde indianen. Dus mag er geboord worden. Het hoofd van het ministerie dat over indianenzaken gaat, protesteerde en werd direct ontslagen (oktober 2011). Tot zover de indianenverhalen van president Humala. Niets nieuws onder de zon. 
 

 

Persbericht Survival International

 

 

Liggging van het Amarakaeri reservaat

Bron: ‘Estudio de impacto ambiental y social para la prospección sísmica 2D en el lote 76’; Hunt Oil 2008.

Click op de kaart voor een groter formaat.

Goudwinning

In de milieu-effectrapportage van Hunt Oil, nodig voor hun seismisch onderzoek in het Reserva Comunal Amarakaeri, staat:

‘De goudwinning concentreert zich op enkele plaatsen langs de rivieren Madre de Dios, Alto Madre de Dios, Malinowsky, Tambopata en Los Amigos. De exploitatie gebeurt kleinschalig, door mijnwerkers die geen concessies hebben in de gebieden die ze exploiteren.’

Dat is ronduit verbijsterend. Zouden de opstellers van het rapport wel eens in Colorado geweest zijn, langs de Madre de Dios, en dan stroomopwaarts de Rio Colorado op? Illegaal klopt. Maar hoe kleinschalig is dat winnen van wat stofgoud op rivieroevers eigenlijk? Bekijk het zelf eens op Google Earth, of zoals hieronder weergegeven; beeldvullend de totale destructie. Zijn tweehonderd bulldozers kleinschalig ten noemen? Die walsen het oerwoud plat om bij de bosbodem te komen, zelf immers niets anders dan ooit rivieroever en dus net zo vol met uit de Andes meegespoeld stofgoud als de huidige beddingen van de rivierlopen. Hoe kleinschalig is de geschatte jaarlijkse opbrengst te noemen van meer dan een miljard dollar? Gewoon een foutje in het rapport of heeft Hunt Oil een bedoeling met deze overduidelijke onzin?


Google Earth afbeelding van het Colorado gebied, links in de hoek 'Rio Azul'.

 
Foto's van het Colorado gebied genomen vanuit de lucht, gemaakt in oktober 2010.

Seismic research Hunt Oil

Meer dan woorden zegt de kaart van de helikopterbewegingen tijdens het aanleggen van de seismische lijnen in de eerste fase van het oliewerk. Kaarsrechte lijnen met op regelmatige afstanden een explosieve lading. Uit de door al die knallen veroorzaakte trillingen leiden deskundigen af of er ergens in de diepte winbare hoeveelheden olie of gas zijn blijven steken tussen ondoordringbare aardlagen. Er waren heftige en emotionele protesten tegen dat voorgenomen seismisch werk. Zie links. Maar de vergunningen kwamen er soepeltjes, dankzij Hunts handige manoeuvreren en de openlijke steun van de overheid. De president zelf fulmineerde in een toespraak tegen dat tuig uit de steentijd dat de vooruitgang van ons prachtige land tegenhoudt. Namens Hunt Oil kregen bezorgde analfabete indiaanse moeders de geruststellende verzekering dat ze zich geen zorgen hoefden te maken: ‘Dat bos is voor uw kinderen niet meer belangrijk omdat zij in de Verenigde Staten mogen studeren!’ Hunt Oil tekende met de indiaanse vertegenwoordigers een akkoord dat ze niet het gebied in zouden gaan. En ging er vervolgens rustig gewoon aan de slag.


Click op de kaart voor een grotere versie.

Proefboringen 
Hoewel de seismische resultaten niet echt daverend schijnen te zijn, draait het circus door. Inmiddels zijn dus de voorbereidingen in gang gezet voor detestdrills, een serie proefboringen om te zien of de ondergrond daadwerkelijk winbare hoeveelheden gas en olie bevat. Vergunningen voor deze nieuwe fase zijn wel netjes aangevraagd maar overleg met de indiaanse vertegenwoordigers is deze keer overgeslagen. Verspilde moeite.

Mobil heeft hier trouwens een paar jaar geleden ook al seismisch werk gedaan en vervolgens proefgeboord. Ze schrokken toen ze in de buurt tegen ongecontacteerde indianen aanliepen. Daarop volgde wekelijks een demonstratie voor het hoofdkantoor. Dat geeft geen fijne pr. Snel gestopt, want het is Mobil: een fatsoenlijke westerse maatschappij. Hun boorputten in Reserva Amarakaeri hebben ze vol beton gestort en netjes afgedicht achtergelaten. De werkelijkheid is ietsje anders: als het regent stromen die afgesloten testputten over, met olie en al (het regent vaak in een regenwoud). Zouden ze eens moeten proberen voor de kust van Noord-Amerika.


Maar hoe zit dat nou met Hunt Oil? Nooit van gehoord waarschijnlijk, ondanks dat ronkende mission statement op hun website? Maar Hunt Oil is wel de grootste buitenlandse investeerder in Peru en in de Peruaanse overheid! Die onbekendheid komt doordat Hunt Oil niet rechtstreeks aan consumenten levert, alleen aan grote oliemaatschappijen. Zo kunnen ze het zich veroorloven om botweg niet te reageren op vragen over wat ze nou werkelijk uitspoken (zie de documentaire ‘The Real Avatar’ van de Canadees David Suzuki). Een grote westerse maatschappij die het zich kan veroorloven de media te negeren: tijd voor alarm. Zou Shell eigenlijk een afnemer zijn van Hunt Oil? Of zou Shell bereid zijn vanwege het eigen tegenwoordig extreem strakke milieubeleid te verklaren principieel niets van Hunt Oil af te nemen? Tijd wellicht voor actie in Nederland? Welke andere gerenommeerde, fatsoenlijke maatschappijen zouden een dergelijke boycot van Hunt Oil ook willen steunen? BP misschien? Elf? Chevron? Allemaal oliemaatschappijen die aan kritisch westers publiek leveren! En zich dus ergens toch iets moeten aantrekken van de publieke opinie en westerse rechters. Je moet er niet aan denken hoe het moet zijn om als derdewereldbewoner te maken te krijgen met een Peruaanse oliemaatschappij, of een Argentijnse, een Indonesische, een Chinese. Zouden wij zo’n maatschappij de gaswinning bij Ameland toevertrouwen of de oliewinnig voor de kust bij IJmuiden?


Hunt Oil bereidt inmiddels de testdrills in hoog tempo voor. Snel nog even voordat het volgende vijfjarenmanagementbeleidsplan per 2013 in werking treedt (waarvan de totstandkoming overigens wordt getraineerd). Een strategie van voldongen feiten. Ze hebben er ook feilloos het perfecte gebied voor gekozen: nabij Puerto Luz, het grote illegale goudwinningsgebied. Daar zeurt niemand erover dat er wat bomen extra verdwijnen en het water wat extra vervuild raakt. Olie, het zwarte goud. Het wordt duidelijk: in een zo cynische kijk op de menselijke natuur hangt alles met alles samen.


Ongecontacteerde indianen door honderden helikoptervluchten het bos uitgejaagd 
Hartverscheurend is de situatie van zo’n vijfentwintig ‘wilde’ indianen. Die zijn een paar maanden terug uit het oerwoud tevoorschijn is gekomen en bivakkeren nu op de oever van de Rio Madre de Dios. Het lijkt er sterk op dat die het bos uitgejaagd zijn door de activiteiten van Hunt Oil. Alleen al de honderden helikoptervluchten van Hunt Oil moeten hun de overtuiging gegeven hebben dat er een eind was gekomen aan hun vrijwillig isolement diep in het voor hen bekende en veilige oerwoud. Niemand kan of durft wat met deze groep. Eind oktober is een parkwacht met pijl en boog beschoten. De pijl was bot, maar des te meer een duidelijke waarschuwing. Zie het filmpje gemaakt vanuit een passerende toeristenboot. Ook in de richting van deze filmende toeristen worden de bogen gespannen: spannend verhaal voor later thuis. Fascinerend en verschrikkelijk tegelijk. Normaal gesproken eindigt zo’n first contact met de dood van de helft van de groep binnen pakweg een jaar. Dat kan Shell zich ook vast nog wel herinneren van begin jaren tachtig. 


Democraten tegen juristen 
Halverwege onze tocht langs de Isiriwe komt er een helikopter over van Hunt Oil. Wat doet die hier op dit moment? Het seismisch werk zit er op en er wordt toch nog niet geboord? Of was dat de voorzitter van de Raad van Bestuur met zijn gezin: even veilig vanuit de lucht naar die wilde indianen aan de Rio Alto Madre de Dios kijken? Dan te bedenken dat de vertegenwoordigers van de tien indiaanse Harakmbut gemeenschappen dagenlang onderweg zijn als ze en keertje bijeen willen komen om het verzet tegen Hunt Oil te bespreken. Bovendien hebben ze bij zo’n bijeenkomst ook nog eens last van hun eigen cultuur: ze moeten het allemaal met elkaar eens zijn anders telt het niet. Zo’n aanpak is voor een kleine gemeenschap diep in het bos van levensbelang. Maar hun ultieme democratie heeft geen schijn van kans als er intussen in hun ver van elkaar liggende dorpen olieconsultants rondstrooien uit een flinke geldbuidel. Zulke consultants verdienen zelf meer dan wat ze uitdelen. Hunt Oil prijst zichzelf aan als een low-cost operator. Shell was bij dat nabije Camiseagasproject in de jaren negentig zeer ambitieus bezig met een stevig sociaal programma en een stevig milieuprogramma. Het huidige consortium van Hunt Oil kan bij dat Camiseagasproject inderdaad veel goedkoper dan Shell een milieuprogramma uitvoeren: door zelf het bureau te betalen dat daar de effectcontroles uitvoert. Onafhankelijke onderzoekers zijn er beroofd, bedreigd en gevlucht.


Als je jezelf als oliemaatschappij op de borst klopt vanwege je integriteit dan zou je een forse donatie moeten doen in een juridisch fonds. Dan heeft je ongeschoolde opponent dezelfde middelen om voor de rechter tot een rechtvaardige beslissing te komen. Dan vecht je als oliebedrijf niet de legitimiteit van de indiaanse leiders aan zodat de rechter hun verweer op formele gronden niet erkent en je zonder gedoe nog jaren ongestoord op hun grondgebied kunt blijven rommelen. Dan verstrek je die praktisch ongeletterde stamoudsten de middelen om alle voor hun juridische erkenning als stamhoofd benodigde ambtenaren financieel aan te sporen tot enige werklust. Want anders hoef je er als advocaat van Hunt Oil alleen maar voor te zorgen dat je wrakingsverzoek tegen dat groepje oude mannen bovenop de stapel gerechtelijke dossiers terechtkomt. Dan is je morele niveau nul, ook al roep je op honderd websites dat je excelleert in honesty, integrity, en respect for the individual.